De lentehemel is eenzaam
als de kalme zee.
Op slome golven
drijft de enige zwaluw mee,
die bij afgaand tij
de avond trotseert.
Want een hemel is zo kalm,
als hij elk geruis ontbeert.
De vroege avond
houdt de adem in schijnbaar.
Tot de nacht verblindt,
in de kleur van glanzend haar.