Ik droomde, jij droomde, en alles draait.In sterrenwolken.
De tijd die niet bestaat maar ijlings vergaat.
Je kleren op de grond, de plooien in de stoffen,
hun schaduwen, hun kleinste details
waren net lijken na zo'n catastrofe,
die ze tot vogelschrikken maakt.
Iets verder, op de grond, gaf een van je schoenen
nog een laatste teken van leven ...
Een en al wond was de chaos die je achterliet;
maar wat doet een slaper eraan?
Daarin bleef je voortbestaan, bleven nog je gebaren.
Daarin was je nog te herkennen.
En lijkt het niet net of de mouw van je vest
zojuist een revolver losliet.
Zo wordt in buitenwijken door zelfmoord of diefstal
een villa tot een graf.
En rustend op deze treurnis lag jouw gelaat
als de ziel van dit al.
Ik hernam mijn weg, vol afschuw van mijn droom,
als ten tijde van toen, al lang geleden vergeten.
Mijn leef-tijd wordt korter al verlengt de zon
mijn schaduw bij het gaan.
Uit duizend was die schaduw te herkennen.
Zo zie ik er nu eenmaal uit.
En voor mij in de zandwoestijn gaat,
mijn lichaam, lang in de avondzon.
Die schaduw, zo gevormd, duidt mijn noodlot aan.
Wat blijft hem nog hopen
dan het eind van de dag en dat het licht van de maan
hem achter mij weg doet lopen.
Genoeg, ik keer terug. Jouw chaos is dezelfde.
Alleen jij kan dat veranderen.
Waar woord niet schroomt deze te wekken in schrijven,
daar waakt de vriendschap met respect.
( in deze nieuwe serie 'geïnspireerd door' kwamen de woorden na het lezen van
"Regenbomen" door mobar tot stand )