In Spanje aan de wandel
waren eens twee meiden
Met blaren en spierpijn
was het best wel lijden
Al lopend op hun blaren
niets was hun te dol
Hete zonnestralen op hun haren
maar wat hadden zij een lol
Verre uitzichten,
stilte om hun heen
Deze belevenissen
houden hun op de been
Zo zullen zij steeds kilometers verder gaan
wandelend naar de volgende plek
En daarmee hun vrouwtje staan
zich afvragend waar is vanavond onze slaapplek
Ook al hebben zij het warm
en worden hun voeten vies
Herinneringen vormen zich
als beelden op hun netvlies