Wit schuim op haar lippen
woelig bestaan met druppels
Zilte vruchten in haar schoot
ingedommeld met geoliede lijven
-schoongemaakt door zwarte meeuwen -
De rimpelingen op zachte
zomeravonden gloeiend in
de stille ondergang van getijden
Plots storm
geen gekrijs
geen gezeur
monotone tonen
tikken verder van ons
lichtpunten aan de hoizon
zacht-glooiend na woeste razernij
aangeslagen door verre buren
geen gekrijs
geen golf te breken
rust kalmte
stilte
spiegelingen
van het rustig donker gelaat
verbrandt het verhemelte
en kust me met zoute fonkelingen