Bleke luchten ademen
zacht aquamarijn
en broos leliewit
Hemelhoog in het zwerk
klinkt het lied
van de avondvogel
Weemoedteder
koester ik de koralen
die hij weeft
door de ijle rivieren
van de regenwind
Als hij zingt
over jou, vrouw
die naar me lachte,
zo lieflijk
wil ik sterren strooien
sneeuwrozen in de dageraad
je al het goud schenken
van zonovergoten dagen
met je wonen
in vederlichte wolkentorens,
voor altijd…