hij verliet haar uitzinnig
zonder veel woorden,
in zijn vernietigend spoor,
tranen, wanhoop
duizend en één onbeantwoorde vragen,
't lag niet aan haar borsten
bij wijze van spreken
maar zijn vervloekte leven dat
met en bij haar
in 'n zucht was voorbijgleden,
al de rommelige zorgen
en onververvulde wensen
waren ballast als mossels
die klitten aan rotsen,
nu proefde hij voor 't eerst
oesters in zuiderse oorden,
zat oud, grijs en met stoppelbaard,
gezeten met 'n glaasje sangria
aan 'n terras onder de felle zon,
daarvan gingen foto's op facebook
de wereld rond
tot algemene consternatie
van 't achtergebleven gezin
die van zo'n gedrag niets verstond,
want wat wou hij hiermee
aantonen of bewijzen ?
tot hij dronken werd
van zoveel schijnbaar geluk
dat 't niet meer opkon,
geheime plannen smeedde
om zijn laatste dagen en uren
ergens in 'n verafgelegen klooster
tussen dikke muren te slijten,
anoniem als tuinman
voortaan 't onkruid te wieden
of de geraniums op de vensterbanken
net als destijds bij haar,
na zonsondergang te begieten ...