Appel van het oog
Ik begrijp het niet,
Waarom moet het zo zijn.
Enige wat ik altijd al wil,
Is er voor der zijn.
Vanaf het eerste moment al,
Is het nooit anders geweest.
Nu van alles wat ik mis,
Mis ik haar het meest.
Pijn heb ik de afgelopen jaren,
Flink mogen ervaren.
Pijn heb ik als ik leef me de dag,
Als maar pijn en een gefakete lach.
Altijd ben ik er geweest om te zorgen voor,
Maar werd het wel gezien?
Ik kan niet meer zo door,
Omdat ik ook zorg verdien.
Ik word aangezien voor homo,
Al vijftien jaar lang hetzelfde gezeik.
Ik ben verdomme geen homo,
Dus kap met he denken omdat je hier niks meer mee bereik.
Dan nog een vriendelijke, he hoe is het met je,
Een wat ga jij doen vandaag.
Heb je zin om mee gegaan me me,
Geeft niet als je niet kan, t was maar een vraag.
Natuurlijk is het jammer,
Maar dat zeg je dan niet,
Ben ook geen doordrammer,
Dat bespaard weer verdriet.
Maar godver ik wil ook wel eens aandacht,
Het gevoel, je mag er zijn.
Ik heb al jaren op dat beetje liefde gewacht,
Want dat voeld gewaardeerd en dus ook zekers fijn.
Nu voel ik mij leeg,
De stilte valt zo zwaar,
Moet mijn hoofd onder controle houden,
Want alleen zijn is een gevaar.
Je zou toch denken dat al die tijd,
Gezien zou zijn en ook gewaardeerd,
Maar nee ze neemt afstand,
Heeft de rug naar mij gekeerd.
Pijn als ik het daar is over heb,
Zomaar weg zonder te laten weten,
Een nare schuine grijns,
En een akelige stilte.
Geen positief word of vraag naar mij gericht,
Geen lul waar ben je mee bezig,
Maar een stille klap in mijn gezicht.
Ben ik dan zo egoïstes te verlangen,
Na al die jaren zorg en vertrouwen,
Er zijn, iemand om op te bouwen,
Iemand die je niet op de straat laat liggen.
Keer op keer zichzelf weg cijferd,
Alleen maar uit liefde voor,
Uit houden van, een zorgzame man,
En niemand anders die gaat voor.
Een telefoontje, en alles aan de kant,
Een telefoontje en vergeet het hele land,
Een telefoontje en ik zal er zijn,
Altijd al zo geweest,
Want in mijn gehele leven.
Was jij er het meest.
Maar ik vraag me af,
Moet het alleen van mijn kant,
Of is er iets anders aan de hand,
Waardoor het je direct raakt.
Ze denk misschien, je bent zo laf,
Terwijl ik eerlijk mijn gevoelens uit,
Ik eerlijk er over praat,
Maar dit maakt gewoon niet uit.
Ik weet niet meer wat liefde is,
Ik weet niet meer wat is echt,
Ik weet wel wat ik zo ontzettend veel mis,
Want ben zo aan der gehecht.
Ik ben niet rijk,
Ik ben misschien wat verlegen,
Ik ben misschien zorgzamer dan velen,
Of sentimenteler,
Ik ben misschien heel creatief,
En heel druk, enthausiast, soms overdreven,
Ik Bn misschien blijven hangen in ontwikkeling,
En heb zo ook mijn fouten,
Ik ben misschien heel zorgzaam,
En ook heel erg bewegelijk,
Maar ben zeker geen slecht persoon,
Vanwaar gaat mijn leven dan stuk?
Ik kan alleen nog maar denken,
Een cirkel rond.
Als maar weer handelingen bedenken,
In de hop dat het iets verder komt.
Maar ik blijf maar lopen,
Rond en rond en rond,
Soms ren ik terug,
Of juist weer vooruit,
Ik wil gewoon trouwen,
Wees gewoon mijn bruid.
Ik kan je geen rijkdom beloven,
Ik kan je geen dure dingen geven,
Kan je zorg en toeverlaat garanderen,
En dan ook gelijk de rest van je leven.
Accepteer mijn hand en een leven zoals verbonden,
Want geluk heb ik in jou gevonden.
Geschreven,
Met oog op een appel,
Van de toekomst,
En verleden