Eindelijk
Heb ik een gaatje kunnen maken
in de dikke donkere kabel
van mijn leven.
Mijn levensdraad werd verzuurd.
Opgelost in bijtende tranen
De ogen lieten hun water
als watervallen over mijn wangen stromen.
De dekens waarin ik ze opgevangen heb zijn nu droog.
Het kleine lichtpuntje in de verte komt naderbij.
Zou het toch eindelijk waar zijn,
dat mijn bloedend hart stelpt zonder pijn.
Heb ik een remedie gevonden?
Met pleisters van mijn hart
heb ik de wonden dichtgeschroeid.
Zal de wonde nog open gaan,
dat is de vraag.
De toegesnoerde koord met een lus als een galg
heb ik ook open gemaakt.
Niemand wordt nog opgehangen aan een ellendig leven.
Ik wil nu plezier in mijn tranendal beleven.
Claire Vanfleteren ©