De nacht wordt zwarter
nabij de nieuwe maan
en ik, ik drink
de muziek vult de woorden
blijven in mijn hoofd
vol en onbuigzaam
als het trage van de hitte.
Ik drink, de wijn wordt zoeter
gulzig komen de herinneringen
buitelend vragend om uitgesponnen
beantwoord te worden door de tijd
die ik niet heb nu ik daar niet ben.
Mensen die je lief zijn worden
volmaakter nu je niet bij ze bent.
Liefhebben lukt soms beter vanuit een verte
je denkt immers dat ze van je vragen
je brengt alleen jezelf
wat niet voldoende of genoeg lijkt, die pijn
van verloren te hebben verloren te zijn.
Het einde van al die momenten
is voor jou een begin hoe bitter ook
als je drinkt.