druilerige dag
de zon die schuchter schijnt
wulpse druppels maken plaats.
de zoem, ik hoor
gevaar in vol ornaat.
doelgericht en onbegaan
mijn lot ten spijt
de kleinste nazi van bestaan.
de zucht naar drank
vloeiend bloed
de zuigende snuit
onheil spellend
af op doel.
de mug die steekt
niets waardig deelt zij uit.
eens fragiele larf
voert uit
de missie van muskiet.
als ijzeren dame
fascist geboren
niemand ontziet.
de prik, de beet
verkracht het huids gevoel.
geofferd als rijp voor slacht.
al wat blijft
is jeukend leed.