....................
kijk haar toch stralen
ze zeiden dat ik moest lachen, lachen en nog eens lachen
ik lachte naar iedereen en lachte als ik in slaap viel
terwijl de vogels nog niet voor mijn raam waren geland
stuurde ik hen mijn lach vol daverende zonneschijn
terwijl mijn ontbijt in tien tellen, lachte ik door en door
als het boter dat op mijn hoofd langzaam smolt en droop
tussen mijn oren glee. ach wat, ik lachte gewoon vol
alles lachte en ik lachte nog harder dan ik kon en mocht
steeds maar harder en sneller lachte ik aan een stuk
de zon straalde nog harder omdat ik dat van hem eiste
overal zaten mensen en ze bleven en verbleekten wat
maar niet ik, wat dacht je nou helemaal, dat jij lachen
kon je beter lachen dan gisteren, dat wil ik zien nu
we leven, mijn god, wat leven we nu en straks nog meer
de wereld begon te bewegen en ik hield me lach op
dieren sprongen over de beschaving en keken verdwaasd
maar wat dacht je van mij, ik lachte tot ze door en door
.................