Men denkt dat zij in nachtelijke uren
blootsvoets door stille bossen dwaalt
Dat zij zich slechts licht bewust
de ene voet weer voor de ander plaatst
In diepe dalen stond zij keer op keer
voor hete vuren, die zij trotseerde
In haar eentje kon zij alles aan want
er streden duizend stemmen aan haar zijde
Men weet dat zij het moeilijk heeft gehad
dat zij in haar eentje elk vuur bevocht
Totdat zij niet meer kon en haar geest
de strijd opgaf
Zelfs de stemmen weken van haar zijde en
in haar hoofd rest nu nog doodse stilte
Maar als zij 's nachts slapen wil weet ze
dat ze gillend weer ontwaken zal
Men weet dat zij in nachtelijke uren
blootsvoets door stille bossen dwaalt
en zich hiervan slechts licht bewust
de ene voet steeds weer voor de ander plaatst
Maar niemand die eens vraagt
hoe het met haar gaat.