De Leie
Langzaam varen de schepen voorbij lans een haag van populieren
Deinende golven klotsen tegen de oever .
Een water hoen zoekt beschutting tegen de deinende golven,
In de verte vliegt een reiger sierlijk over de rivier op zoek naar een plaats om een visje of
Een kikker te kunnen verschalken, in de verte hoor je de kwakende zwanen
Een merel fluit zijn lied ,een bij vliegt zoemend van bloem tot bloem
Veld bloemen heven een aphrodisium van geuren af
Aan de einder daagt een fietser op ,op het jaagpad ,vechtend tegen de wind kromt hij zijn rug traag en gestaag komt hij dichter bij ,in de verte ontwaar ik het geluid van trein
In de verte hoor ik het geluid de bruisende stad