het strekken van mijn vrije hand
in de wirwar van emoties raakt
geen snoep of het hoepelen van een kind, het raakt
de smaak van angst die belegen in het boeket
van onbegrepen tijd zich verzet
tegen de hulpeloze geest
het ervaren van erkenning ontvreemdt
het lot van oorsprong, waar is de wijze
in mijn andere hand gebleven nu ik dwaal
over de warme stenen die mijn hart bezeren
was ik de dienaar zonder harnas maar hard
van twijfel en ongeboren dan nog is
mijn spelling kort van leven en star als karakter