Niet verlaten
’t Zijn enkel wij die treuren
hij heeft ons niet verlaten
’t zijn wij hier, die vergaten
hoe een wereld te kleuren.
’t Is hij die ons begeleid
zoals een ouder zijn kind
van ’t prilst tot zomerwind
door zijn herinnering, die blijft.
Iedere lente draagt zijn lach
iedere zomer die nog zal komen
als een fluisterwind in de bomen
als een wederkerend gedacht.
En temitst een lach en ’n traan
‘n zacht gevallen regendruppel
in eenieders kinds gehuppel
geeft hij ons iets te verstaan.
Ik zit in alle kleuren, alle geuren
in alles wat is, en jullie vergaten
neen, ik heb jullie niet verlaten
’t zijn enkel jullie, die treuren.
‘t Is tijd te lossen, mij te laten gaan
en mij te herinneren bij mijn naam
want zo wens ik het, heen te gaan
als ‘iets levends’, in jullie bestaan.
Schoonbeek, 30 November 2013