op een dag vallen mythes om
groeien dromen aan bomen
hoewel ik beter zou moeten weten
alleen koppigheid is bestand
tegen gebeitelde argumenten
die pijnlijk uit poriën zweten
ik ontwijk de wroeging
kies het luchtruim
om vooral niet nabij te zijn
en daarginds, zo ver in grootheid
op de datumgrens van gisteren
lijken alle zeeën klein
ik keer mijn heugenis om
treed oningewijd de toekomst binnen
verkeer aldus op nog onverlichte wegen
mijn buitenste lichamen
zwerven over het onbewoonde eiland
daar kom ik alleen mezelf tegen