Het vergeelde gisteren
De jeugdfoto’s, ze kregen ezelsoren,
zoveel van toen ging reeds verloren.
En wie zou er nog van willen horen,
geen levende ziel die ’t kan bekoren.
Al die nare, dwalende geestessporen,
ze gingen tot een ander rijk behoren.
Wat blijft is een bijtende mijmering,
gekoppeld aan ‘n grijze herinnering.
Van hoe ongecompliceerd leven was,
in al zijn eenvoud en zonder poespas.
Het staat er, in beeldvorm beschreven,
en ‘t leest als ‘n wederkerend begeren.
Ook al hebben wij het nu zoveel beter,
zijn onze zomers koeler, winters heter,
toch is er dat ‘onbestemd’ verlangen,
het zit in mijn hoofd en hart gevangen.
De gedachte aan dat vergeelde gisteren,
aan al wat ooit was, het blijft knisperen.
Ook al weet ik, ’t zou niet hetzelfde zijn,
iets in me ziet ‘t als festijn en wil er zijn.
Al was het maar voor even, voor ’n dag,
maar om te zien wat je al vergeten had.
Spijtig, dat ‘t allemaal werd verschoven
en verbannen, naar ‘t Rijk der dromen.
Schoonbeek, 28 December 2013