Zuchtend van verlangen
verlaat de hoop mij
voor een dag, een week
of twee misschien.
Om daarna
weer stilletjes
terug te kruipen
in het diepste
van mijn brein.
Zelfs mijn verstand
neemt het in beslag
weerstand bieden
heeft geen zin.
Moedeloos, machteloos
sla ik het gade
en wordt er door
opgeslokt.