Vanmorgen werd het me nog eens verduidelijkt. Aan de ontbijttafel was alles aanwezig, kaas, confituur en boter. De kop koffie zwart en sterk weerspiegelde mijn gezicht. Gisteren was ik nog anders
Een jaarlijkse herinnering aan het ouderwordingsproces was het. Wat een zwarte kop koffiebonenbrouwsel allemaal niet kan onthullen.
Rimpels had ik gisteren nog niet. Vandaag misschien wel. Het roeren in de koffie maakte een eind aan de overpeinzing dat ik die kon hebben.
Waarom zijn wij zo ijdel? Wie moeten we overtuigen dat we niet onze leeftijd zijn. Als ik een dagje ouder word, word jij dat toch ook.
Ontluisterend is het hoe gehaaide reclame jongens ons proberen te overtuigen dat hun smeersel het ouderdomsproces een halt kan toeroepen.
Naïef als we zijn lopen we met onze met Euro briefjes in de lange mierenkaravaan de wondermagazijnen in. Onze ogen liegen ons voor dat daar de eeuwige jeugd te koop is.
De jarigen onder ons worden veelal bedolven onder dat soort geschenken, of men wil zeggen, smeer dit maar, je zal er beter en jonger uit zien.
Eeuwig jong willen we allemaal blijven. Onze dorst lessen aan de bron van de eeuwige jeugd. Zolang deze niet is ontdekt is het smeren geblazen.
Resultaatsgarantie bestaat niet voor de smeerders, enkel de reclamejongens zijn zeker van hun resultaat.
Ik ben nooit mooi geweest, maar echt lelijk zal ik ook niet worden. Dat was het motto van mijn grootvader. Daar hoefde hij geen potjes vet voor te smeren.
Nostalgie naar wat ooit is geweest, de terugkeer naar de wonderjaren, strak vel in dito pak op jacht naar de ongrijpbare droom, de eeuwige jeugd.
Genoeg gepeinsd, het is tijd om aan de slag te gaan.
Vandaag staan er twee faceliften gepland...