Niemand zal geloven
dat ik ineens vergat te zwemmen
of dat ik in de eerste plaats
nooit ergens ben geweest.
Ze zullen ook niet denken
dat het iemand anders was
verdomme, ze weten heel goed
wie ik ben.
Stel geen vragen
antwoorden kan ik niet geven
voorbij schreiden de dagen
die begonnen om half zeven
Ik heb het nooit kunnen beloven
aan mensen die me kennen
zelf al hielden ze me voor naakt
want altijd, altijd heb ik de stilte vereerd.
Hoeveel plassen moet ik volschenken
met de waarheid van mijn bloed
zo zwaar dat niemand me kon dragen
ik kon niet anders weten.
Stel geen vragen
ik heb altijd gezwegen
ze redden het wel samen;
ik heb de sleutel nog meegegeven.