In de schuur van het ouderlijk huis
tussen fietsen rommel en etenswaar
op de drempel van de woonkamer
sta ik als verlamd
vader is voor de televisie in slaap gevallen
het testbeeld geeft de golven weer
ik kan niet meer naar huis hoor hier niet te zijn
's nachts fiets ik om nergens heen te gaan.
Deze winter is sneeuwwit
als huisgenoot voor verschillende vreemden
zwerf ik rond in geleende kleren
verlang ik naar familie en thuis
weet dat ik de geschiedenis niet kan keren
ik kom hier bij jou uit om stil te blijven staan.
Het lucht me op dat je slaapt
dat ik inkijk krijg in een stille veiligheid
zonder woorden je blik van verstandhouding
die op mijn netvlies brandt
vuur brengt de innerlijke winter
liefde en het nodig hebben voelt dood
of als niet wetend slapen
tranen die niet vallen en nooit drogen
de koude tot op het bot.
Voel het maar denk ik en er is mededogen
voor jou voor mij voor ons
ik wend mijn blik van je af
draai de deur voorzichtig in het slot
en fiets weg herinner
de warmte rond mijn hart de beelden
de nacht verbergt niets.