In alle rust zit ik weg
mijn knieën tegen mijn kin
starend het gelaat,
die het bed doorboord
een gedachtegang die geen mens kan horen
zelfs het kaarslicht,
is neergestreken
Ik hoor de hemel neerdalen in regen
haar druppels leven die beweging zet
de wereld mijn gedachte buiten voert
Lege straten, water die elke tegel doet spiegelen
straatlantaarns die druppels doet knipperen
een lichtinval het portret prachtig geheel graveert
een lichtbaan, een slapende bloem doet benevelen
daar elke druppel bijdraagt,
zo het leven uniek schakeert
Levende tonen van mijn sombere nacht
hem veilig ten klanken rust,
als een vredige rivier
met een lome melodie,
die wegebt in de put
hoe mooi en puur ook, de gedachte maakt somber
Ik hoor het portret wegspoelen
wat overblijft in enkel de echo
waar een ster zich doet knippen
haar muziek tussen de hemel ze
en doorboord de aarde