De afstand tussen mijn handen en de dichtstbijzijnde dingen
werd altijd ingedamd door eenzaamheid
vaak voelde ik me als een dichtgemetseld raam
dat de zon alleen in zijn pleisterlaag weerspiegelt
terwijl de begraven ruit schrikt van mijn vader
voor aardbevingen in de diepte meesleurt
mijn schroom kwam bloesemtakjes in vazen tegen
op kakkineuze feestjes waar mij onbekende dansen werden geoppert
en misschien bracht alleen het groen van het grasperk me ietswat,
met de verzekering dat ik behouden thuis zal komen
en dat ik ook morgen naar de dam zal gaan
om er mijn aan een touwtje gebonden glas met water te vullen
mijn schildpad was dol op water van de dam
de dagen dat ik het haar te drinken gaf voerde ze bizarre cirkelbewegingen ten toneel,
mag ik me inbeelden dat ze me bedankte op haar eigen manier?
Ik had een heleboel witte vlekjes op me nagels
als ik mijn nagels van dichtbij bekeek zag ik een hemel vol wolkjes
waarin ik kon verdwalen als een vlieger
die werd opgelaten door een jochie
dat amper een paar jaar kleiner was dan ik.