achter een stoel zit ik
en jaag mijn geest
het is ieders bittere pil
groots als het kleinst
velden springen de wik
maar nog het meest
en daar zijn ze stil
in het rumoer dat niet deinst
logisch, dat wat stak
en nooit vergat
leeft op een wak
denken doet je pat
herinneren maakt gemak
en vergeten is een mat