Voorzeker..., niets.
Voorzeker, we hadden stormen
zulke, die ‘een afstand’ vormen
dikwijls heb jij je dingen gepakt
ik, de makkelijkste uitweg, zat.
Jij verloor je jeugds sprenkeling
ik, de smaak van jou betovering
er waren woorden, die raakten
of van machteloosheid spraken.
Maar ik ken al je tovermiddelen
jij weet al mijn verwonderingen
ook al heb ik je van tijd verloren
steeds heb je ‘voor ons’ gekozen.
Wat ons achtervolgt, is wat knelt
‘t is meer en meer, tijd, die kwelt
iets van huiselijke vrede bewaren
het lijkt soms een ware opgave.
Onderhuids, zijn we eensgezind
gaat ieder, wat later in de clinch
we laten minder aan het lot over
als ’t moet komen maskers boven.
Het is een strijd, voor tederheid
wat je geeft, is wat je terugkrijgt
maar weet dat ik van je hou, hoor
want zonder jou stelt ’t niets voor.
Schoonbeek, 23 Februari 2014