soms zo zelfverzekerd
zo zeker van mijn zaak
zo zeker van mijn gedachten
zo zeker, niet zo vaak
maar op zulke zekere momenten
roep ik keer op keer
dat de twijfels die ik toen voelde
die wil ik echt nooit meer
ik wil nooit meer die angst
nooit meer die pijn van zorgen
nooit meer die onbewuste druk
nooit meer zo’n zelfde morgen
ik wil nooit meer zijn aandacht
nooit meer zijn armen om mij heen
nooit meer zo’n schuld op mijn geweten
nooit meer samen en toch alleen
soms zo vol van dit soort woorden
zo zeker van mijn zaak
zo zeker van mijn ideeën
toch twijfel ik zo vaak
twijfelend stamel ik dan mijn woorden
nooit meer die zorgen en die druk
nooit meer die pijn en die schuld
maar als glas vallen ze stuk
ze breken op mijn stenen twijfels
versplinteren op mijn verleden
en ‘nooit meer’ wordt ‘misschien toch wel’
nooit meer, misschien heel even