Geen steen,
Als ik wakker wordt,
En ik kijk naar de leegte,
Denk ik heel even,
Tijd om uit bed te gaan.
Spring ik haastig in het leven,
Vul ik graag die leegte,
Met tijd voor positieve dingen,
Om het leven,
Gewoon heel even,
Een kleur te geven.
Als ik dan aan het werk ben,
En ik sta op automaat,
Zijn het de raders in mijn hoofd,
Die op andere zaken staat.
Starend naar de leegte,
Zo ook hier op papier,
Vormt die leegte te gelijk,
De zinnen van mijn gevoel.
Mijn denken over dingen,
Een proces tot in de puntjes,
Zoveel perspectieven,
Hier en daar proberende stuntjes.
Zorgeloos kan ik niet zeggen,
Het doet me alles en toch ook niets,
Gebonden aan filosofische feiten,
Want zelfs niets is toch iets.
Als ik terug denk aan de tijden,
Denk ik vaak, waarom wist ik toen van niets,
Waarom begreep ik niet deze feiten,
Zelfs dromend op de fiets.
Ik sloot me af, en rende weg.
Al stilstaand op mijn plek,
Was ik verlegen en angstig,
Kletste ik uit mijn nek?
Ik denk niet dat het niets was,
Alles heeft zo zijn doel,
Ik was gewoon niet zo stabiel,
Viel telkens verward van mijn stoel.
Rustig zitten was er niet bij,
Als maar ritten, vol van verlangen,
Kan zelfs mijn hele huis,
Met alle verlangen behangen.
Maar vergat mijn doel,
De rede van mijn bestaan,
Het doel dat een ieder draagt,
En ons allen naar het zelfde niveau verlaagt.
Dat doel van een helpende hand,
Een droom die een ieder heeft,
Help een ander tot in de krant,
Omdat je ook om jezelf geeft.
Help ik hem,
Helpt zij mij weer,
Doe ik haar pijn,
Doet hij mij weer zeer.
Karma in een flow van tijd,
Ga je voor alles,
Geraak je t kwijt.
Ga je voor niks,
Blijft er zoveel voor je over.
De bijbel een filosofisch verhaal,
Een lijn met zoveel wijsheden,
Die je terug kan koppelen naar het nu,
En je brengt bij het heden.
Een ieder zo slim als die dom is,
Zo knap als dat hij/ zij lelijk is,
Een ieder gewoon van de dag,
Dat waar jezelf,
Best trots op zijn mag.
Een vriendelijke groet aan zij die leest,
Verander in een prins wees niet dat beest,
Want zelfs de kikker heeft een mooie kant,
Zelfs de roos, heeft pijnlijke steken,
Zelfs een rotte vis, brengt weer leven.
Energieën houd ze positief,
Wees voor je achtertuin ook lief,
Begrijp de wereld om je heen,
En maak van je hart,
Geen steen!
(Geschreven als een overdenking van, omdat het schrijven van, een denk proces in werking zet. Omdat je dan, op meerdere punten let. Je bezig bent, met onderzoeken, dingen terug vinden, op sites of in boeken. Je een mening kan vormen over zaken van tijd, tot je de ziel van ellende bevrijd)
Men wordt als puur geboren, en verpest door de maatschappij, ik betuig mijn spijt, want ook ik hoor daarbij!