Die roze wolk, die ken ik niet.
Ik heb het niet gevoeld.
Ik was gewoon emotieloos.
Zo is het niet bedoeld.
Ik was alleen maar angstig.
Je maakte me zo bang.
Ik was panisch om je te verliezen.
Ik voelde zo'n beschermingsdrang.
De angst had bij mij de overhand.
Eigenlijk ging het gelijk al niet zo goed.
Ik kon het lang verbergen,
maar het kwam eruit. Want wat moet, dat moet.
Steeds verder ging ik bergafwaarts.
Steeds dieper in de put.
Totdat ik heftige paniekaanvallen kreeg.
Ik voelde me kut.
Op een moment heb ik zelfs gezegd,
tegen mijn pa en ma.
Laat I... maar bij jullie blijven.
Ik kan het niet meer aan.
Ik was zo bang om voor altijd zo te blijven.
Dat ik nooit een goede moeder zou kunnen zijn.
Maar gelukkig kon de tijd het wijzen.
En kan ik weer gelukkig zijn.
Ik kan weer genieten van mijn kind.
Mijn lieve, mooie scheetje.
Lieve I..., ik hou zo verschrikkelijk veel van jou.
En dat blijft voor altijd zo, dat weet je.
-xxx- van je moeder