Een nieuw bestaan…
Ik word wakker met de onstuimigheid van Oostende op de achtergrond. “Dit is niet mijn bed” bedenk ik met een kater die mij bij mijn achterste poten grijpt. “Verdomme”, is al wat er uit mijn mond rolt.
Het leven doet me weer eens veel pijn. Haar laatste stralen zijn er net iets teveel aan als de zon me vlak in de ogen schijnt en ik mijn maag voel omkeren. Wat een bestaan. Ik sta op en stort terplekke weer neer. De alcohol doet opnieuw wat van haar verwacht wordt. Hoe dronken kan men wel niet worden als men zelf de nachtelijke herinneringen niet meer herinnerd? Het meisje met de grote ogen ligt naakt naar het raam te staren en vraagt zich luidop af wie in godsnaam ik nu wel weer wezen kan. Uit eerlijke schaamte zwijg ik en kijk samen met haar naar buiten. Buiten komt de stad weer tot leven net zoals mijn mannelijkheid. Van uit haar mooie ooghoeken kijkt deze zwijgzame schoonheid naar mijn ochtendlijke viriliteit met heel veel belangstelling. Het naamloze meisje draait zich alsof zo afgesproken ostentatief op haar rug. “Neuken” vraag ik met een ietwat schorre stem waarop zij bevestigend haar hoofd op en neer schudt, om te eindigen met de woorden “maar daarna wel koffie hoor”. Een half uur later sluit ik het haakje van haar BH en trek zelf mijn broek aan.
Zonder elkaar een blik te gunnen dalen we de trappen af richting het aroma van een vers gezet bakje.
Oostende blaakt van bedrijvigheid als ik haar ten afscheid kust. Het mooiste meisje ter wereld lost op in een zee van mensen en ik blijf achter met de smaak van mistroostigheid in mijn mond en een houten kop die lang zal nazinderen…
Esteban 7 Maart 2014