Kanae Hana. Een naam vol dromen, nis in de rechte realiteit. Ver weg, onbekend maar een eindeloos verlangen om haar toch te beminnen, innig. Stralend licht in het land van de zon, dageraad in mijn land van de nacht. Dauw, merels en nachtegalen in harmonie, het ontbijt van zachte lippen.
Kanae Hana. Lont aan mijn verveling, bloem in mijn woestenij. Reik me jouw woorden, en handen van zijde. Streel de dag tot seconden en de schoonheid tot steen. Reigers en kraanvogels in één zelfde zucht. Blozend, hevig vuur, avondmaal van gewillig vlees.