De nacht duurde zolang
als ik niet slapen kon
beloftevolle uren voor dagen
die braak liggen licht en blauw
bomen wuiven het lieve leven
vele tonen van muziek
brengen me altijd weer thuis
en terug naar deze nacht
waarin het al omsloten was.
Harmonie van wortels
voeten in de aarde, rustig blijven ademen
niet bang zijn in het donker
alleen en nooit alleen
praat ik met mezelf, met hen die slapen
rustige hartslagen en meerdere stemmen
hoe gek ook het klopt precies
schizofreen duurt de tijd
aandachtig luisteren wat bomen vertellen
ze zijn niet spraakzaam
cryptisch, doen niets over of dubbel
ze groeien licht uit donker
bloeien uitzinnig in lentebloesems
staan stil en alles in ze is beweging
laten hun bladeren weer los
en wachten eeuwenlang.
Er is geen verdriet
ze huilen slechts weemoedige tranen
mensen en machines komen
kappen, snijden en versplinteren
het zangerige klinkt boven de machines uit
alsof mijn hart breekt wilde ik
willen bomen geen geweld verminking
maar groeien mooi en van de natuur zijn
onaangetast als ziel in slapeloos dulden.