Woorden spuien,
zonder betekenis.
Jij beleeft in stilte,
terwijl ik uitspreek,
de ergernis.
Jij leeft zonder te praten
maar beleeft de ochtendzon in gerustheid.
En bedenkt hoe het ontstaat,
terwijl ik het niet kan laten
om te denken aan mezelf.
Jij beleeft alle momenten,
op het juiste moment.
Ik hang vaak nog in het verleden.
Terwijl jij al in de toekomst staat,
stap ik nog in het heden.
Nu je terug bent verwonder ik mij,
hoeveel kennis en verhalen je bezit,
maar waar niemand aan kan omdat je deze
zo bewaart. Waarde. waardevol, bemint.
Je neemt zoveel in je op,
ik praat er maar op los,
om niet de confrontatie aan
te gaan met het observeren, de stilte, het wonderen over...
Voor mij is het leven teveel dus ik ga er door als een ratelende trein.
voor jou is het leven alles.
Alles mag er zijn.