ik probeer je uit te leggen.
wat ik zo vaak wil zeggen.
toch lukt het steeds maar niet.
en doe ik je onnodig verdriet.
daardoor vraag ik me steeds af.
moet ik opgeven of is dat laf.
opgeven doet heel veel pijn.
want ik wil wel bij je zijn.
maar bij je blijven is geen zegen.
er zit steeds vanalles tegen.
ik vecht tegen alles wat ik voel.
wordt boos op jou, ook als je iets goed bedoel.
vliegens vlug trek ik me terug in een hoek.
en blijf ik voor jou een gesloten boek.
toch hoop ik dat je eens in het boek kan lezen.
dan ontdek je een bijzonder wezen.
een wezentje klein en fragiel.
een bezonder mensje met een gekwetste ziel.