Ik wist niet dat ik zo veel pijn kon lijden
tot in het diepst van mijn verstikkende ziel
dagen langzaam voortschrijdend
niemand die antwoordde wanneer ik riep
Met het uur vervaag ik
van wat ik was,
nooit wist te zijn
de afstand heeft vertraging
smeulend as, tijd verstard,
Ik zwijg
In koortsdromen zoek ik, angstig
niet beseffend dat ik, eigenlijk, nooit geweten heb
voortlevend in leugens
reserve tijd die ik steel van verlorenen
Zo een, ja, als die ik zelf ben
zal blijven tot de laatste slok
Na flessen vol wijwater, Lourdes, Jemen, Rome,
God weet waar
ik nooit zal vinden, alles wat ik zoek
Gestorven, vergaan, herinneringen gekoesterd,
geliefd en gemist
slechts in koortsdromen nog een glimp van jou
overvloeiend in de nachtmerries die me blijven plagen
De plaag zoals soms mijn leven aan voelt.