Bidden.
Handen gevouwen
Ogen gesloten
Is de verbinding open nu ?
Zoveel hangt in
’t verstikte denken
En hoe vertel ik dat aan U ?
De dank maar ook
De eigen zorgen
Wie heeft ze niet, er is zoveel
Om aan U nu
Weer voor te leggen
Ik overzie zelf niet ’t geheel.
Dat ik U mis
Niet zelf kan kiezen
Hoe voort te gaan op deze dag
Daar tussen kleven
Duizenden beelden
Van wat gebeurt , van U niet mag.
Ik peil de haat
Tegen Uw volk Heer
De haat die suddert om hen heen
Is deze wereld
Vol jaloersheid
Of is het kwaad dat sterker scheen.
Ik zie de wreedheid
In de wereld
In ’t Midden Oosten in Afrika
In Noord Korea
En ach waar al niet
Er is een dank dat ik Hier sta.
Ik dank U voor
De open lijn Heer
Dat U mij ook vandaag weer hoort
Dat volle Liefde
Op mij neerdaalt
Ik iets versta van ’t hemels Woord.
Dat de verdeeldheid
Alom aanwezig
Verdampt in Uw barmhartigheid
Daarin de kerken
Zich verzoenen
Wetend dat U hun Schepper zijt.
Dat in de samenhang
Met bidders
Hier nu bijeen heel duidelijk blijkt
Dat voor de wereld
In haar zuchten
Geschonken tijd langzaam verstrijkt.
Dat er een pad
Is aangegeven
Dat wenkend naar Uw toekomst reikt
Van ’t komend Rijk
Vol kracht en vrede
Waarin alleen Uw liefde prijkt.
Th.