Verlaten voel ik de krullende drukte
gegrepen ik ben, met lach en traan dwalende
werkelijk na jaren niets meer durft hebben
echter daar is het stil, de dwaal beroerd ieder stuk
Het is een triest fenomeen geworden
een snak naar het meer willen
zo een troost voor het minder
de niet trieste, profiteert zich triest
die kleine glimlach gevende, de traan verwonden
Het huivert mijn uitgeklonken realiteit
dat verdriet niet vereenzamend zelfs raakt
en geluk, meer troost?.., de klucht vergaard
wanneer is meer.., dan genoeg
als kwijt zelfs overal mijn ok enkel is
wel met een geloof op een gemis, waar^
Gemanipuleerd wordt andermans de traan
de gemeenste die rollen kan
en enkel rollen doet, bij een ander
ze worden omhelst en gevoed
niets.., voor die lach van u
ja, wat anders.. ik?
wat een mens tot lief zet
gaat de ander buitenspel
hen die geeneens kunnen
hun leed te ontleden aan iemand
durven., nee. ik zoek de straten
maar een barometer, ergens
enkel sterren
Een werkelijk ongelukkig wezen
hoort men niet, of nauwelijks
trots erover te praten. ik,ik. ?
toch laat mensen lachen en genieten
Mijn stad
Lang gaat dit niet er voor op
want snakken naar adem verdrink ik
maken van zo weinig toch net iets.
maar wat, ik maak. Ik wil naar huis
uit de kern doorlaten van vrijwel niets
De sterren zijn! Ik gloei en glimlach..
Mijn stad mag lachen, ik ook
en daar kwam net even die glimlach
verwondend en vermist
maar morgen probeer ik opnieuw
altijd