ogen stelen het servies
van dood en lijden
het herdenken in een vlaag van bekommering
kwelt heer en meester in het
ontmoeten van het besef
wij staan stil en kijken door
halve waarheden heen, wij zijn
opeens waardig aan onszelf laten
zelfs een god onze wereld betreden,
het aanschouwen van beelden het legen
van onze maag en dan die trage tred
met het zicht op morgen, morgen zijn
de jagers weer de soldaten en zijn
de bevrijdende de slachteroffers van alle tijden
hoe dwaas zijn de vogels die steeds ruien
hoe verziekt graven wij ons graf
hoe denken wij te overleven
in deze democratie die het westen ons gaf