er past nog net het laatste weten in eigen boekenkast
dat ene nieuwtje waar hersenen de mijne op breken
op tafel staat vrolijk alles zo dat ik er het niet meer bij
muren vol zijn van statische taferelen kan jou schelen
ouwe sokken nergens meer warmte die zich herinneren
en wie heeft trouwens de koekeloerende klok terug
blijft het bad maar stromen omdat ik dacht noch dicht
van gouden kranen die ik hou in mijn handen verbanden
stik in mijn hart vol de kruisjes voor aan iemands wand
keukenkastjes slaan met alles over datum en hoezee
draag kasten naar mijn eens uitstulpende weegschaal
uit gepaste mond komt slechts wat ik meer inhoud
al zijn kookboeken grommen dat ze nooit gebruikt
miljoenen stekkers liggen overal lekker en ik ben uit
mist en wolken wat zal mijn hart eerst voor zon zijn