De vagebond
De straten waren troosteloos en zwart die koude ochtend.
Zo zwart als de barre voeten van de zwerver die bezopen tussen de vuilniszakken van het gesloten restaurant zijn roes uitsliep, nadat hij de bodems van de wijnflessen had gereinigd.
Het vale licht van een lantaarn wierp een gedempt oker schijnsel over zijn kruitnoten kop. Zijn oogleden leken te kort en bedekten slechts de helft van zijn uitpuilende ogen zodat het leek of ze moedeloos in het niets staarden.
Een groene vlieg die genoeg had van de mosselschelpen, en dit feestmaal in harmonie wilde afsluiten, deed zich tegoed aan de stalactieten rode wijn, vermengt met speeksel die langs de mondhoeken van de clochard een gevecht met de zwaartekracht hielden en telkens met zijn zware ademhaling op en neer bengelden. Een grote grijze zwerfhond op zoek naar half afgekloven kluiven, schuurde met zijn stugge haren tegen het gezicht van de ellendeling en likte de slijmslierten van diens mond.
Langzaam, als mechanische rolluiken schoven de oogleden van de zwerver open. Geschrokken, keek hij bang in de ogen van de hond. Even wilde hij zijn hand optillen om de bek weg te duwen maar de kracht ontbrak hem, en toen hij de verschrikkelijke, glanzende dolken in de muil van het beest zag, sloot hij zijn ogen terug, en viel gelaten in een diepe slaap.
De hond zette zijn speurtocht verder, stopte even bij het kruis van de man snuffelde lang en zorgvuldig, hief zijn poot op en zeek over de met witte vlekken bezoedelde broek van de vagebond, deze wreef zijn knieën tegen elkaar en genoot een moment van de zalige warmte.
Enkele meisjes van de koekjesfabriek die in de vroege ploeg stonden, liepen in een grote boog om de zwerver heen en trokken misprijzend de neus op.
“Ken je hem?” vroeg een van hen aan haar vriendin.
“Neen, zulk tuig ken ik liever niet,” was het antwoord.
“Nochtans, hij was vroeger ingenieur bij een grote scheepswerf, maar toen zijn vrouw omkwam bij een auto-ongeval, raakte hij aan de drank.”
Vol medelijden keken de meisjes naar de landloper. De man keerde zich op zijn andere zijde, liet een wind, en sliep verder.
Rovago 8-04-2014.