terwijl het zonlicht me verblindt,
voel ik hoe stralen mijn gezicht omsluiten
ze liefkozen als vingers,
doen beide wangen, door de warmte blozen
ogen teder en zwoel
waarna ze sluiten, loom geworden door strelingen van de natuur
het neemt me mee, daar liggend in het gras
naar verkoelende dagen
waar het kietelt op mijn lijf, in mijn haren
de wolken boven me,
spelen een betoverend spel, zijn in alle vormen aanwezig
het lijkt te willen zeggen,
ga met me mee, het moment is daar
voordat de wind me meeneemt en wegblaast