DE KEUKENSPROOKJESPRINS EN HET AFWASTEILTJE
Dat vrouwen goed zijn voor het aanrecht en mannen niet, dat klopt maar voor de helft. Deze man is anders, hij eet al mijn liflafjes op zonder een spier in zijn gezicht te vertrekken, kijkt me aan en zegt;
"Goh..lekker zeg, wat was dat? "
Dan vraag ik wat hij dénkt wat het is, om als antwoord terug te krijgen ` ik weet het niet`.
Dat klopt dan, ik weet het zelf ook niet, dus op naar de volgende gang. De keuken staat inmiddels vol met afwas zonder vaatwasser, maar hij zegt dat ie straks voor me af gaat wassen, en ik hoef niet te helpen.
Dat is fijn, ik haat afwassen, en vind hem door deze actie wel steeds liever worden.
Enthousiast springt hij op en gaat met z`n twee meter aan de slag, ik hoor vanaf het bankhangen het gezellige geluid van rammelend servies , wat een heerlijkheid!
"Kom maar kijken spring, het is klaar! "
Ik veer blij op en kijk naar de weggewerkte vaat, en naar het afwaswater, wat raar ziet dat er uit zèg, heel anders dan mijn eigen sopjes, een beetje troebel zonder schuim met wat donkere spikkeltjes aan het oppervlak.
De man van twee meter gaat lekker op de bank hangen terwijl ik koffie ga maken, en dat water weg gooien, maar uhm..eerst even voelen wat het is...
Vet! het is vet, en ik heb niet vet gekookt, hoe kan dat nou? Ik kijk in de rondte, naar het pannetje frituurolie, deze is afgewassen, en aan het doorlopen van de gootsteen te merken, eerst de inhoud daarin gekieperd, hij dacht vast dat het dat `kwee-nie` soepje was, en heeft het zekere voor het onzekere genomen...