De blik.
_____________________
Kzie mezelf bedwelmd en afgeschermt.
Is dit hetgene dat je wilt of wou?
Vrouw, je liet me glijden in een strijd.
Ik stoot en vecht me een weg, onvoorbereid.
T'schijnt dat ik je niet waardelijk lijk.
Maar lijk ik dan wel op wat ik lijk volgens jij?
Je kent me, je ziet me kijken, je weet wat ik wil.
Zie je niet wanneer ik je aanstaar dat ik in stilte gil?
Je blik doet me zinken in de dieperik.
Het is er zo crap dat ik er claustrofobisch verstik.
Je zachte aanraking weet me steeds te verleiden.
Ook al wil je niet wat ik wil,
dus blijf je bescheiden.
Doch kijk je me aan met de blik.
Van oneindigheid waarover ook ik beschik.
______________________
Anthony Willems