Herfst, een koele bries over de heide,
Waar mijn problemen liggen, ver weg getild,
De zon staat laag, verblind me,
Verblind, door jouw liefde
Verblind me, oh schone zon,
Met jouw licht, met jouw warmte,
Met jouw perfectie en geluk
En daal neer, verlos met van ongeluk
Ik ben slechts een dwaler,
Die het licht van jouw schoonheid volgt,
Over de weidse steppes, zonder noord zonder oost,
Zonder sterren, zonder nacht,
Je leid me, je verleid me,
Ik dwaal niet meer op de wegen van het leven,
Maar nu, mijn zon, ben ik een zwerver in gedachten.