Heidelberger Catechismus berijmd
ZONDAG 4
Toch doet God de mens geen onrecht aan
dat die wet voor hem blijft staan,
want God schiep de mens geheel;
die wet was voor hem niet te veel.
Maar door vrij zijn oor te luister te leggen,
wat de duivel hem wel had te zeggen…!
en zo besmet door satan, die geloofd;
koos hem tot vader en tot hoofd.
En dat niet enkel voor hemzelf, ach nee;
maar zijn zaad viel met hem mee.
Nu wordt die val door God niet ongestraft gelaten.
Hij zal aangeboren en werkelijke zonden haten.
Ja, de zondaar ook met helse straffen overlaân,
zoals geschreven in Zijn heil’ge blaân:
“Vervloekt de zondaar die niet doet en let
hetgeen geschreven is in het boek der wet”.
Ja, God is wel barmhartigheid,
maar ook volmaakte rechtvaardigheid.
Hij kan die niet gedogen,
die Zijn Namen niet verhogen.
Rechtvaardig eist zo ook Zijn majesteit
een vlekkeloze zuiverheid.
De zondaar die daaraan niet voldoet
wordt naar lijf en ziel beboet,
met straffen tot in alle eeuwigheid;
welks zijn ook tot Gods heerlijkheid.