als ik jou, in al mijn hubris, met een godheid
vergelijk, val jij onder de delfische
jouw doorziend oog heeft meer dan eens bewezen
voorspellingen niet met een korrel zout te nemen
het is jou gegeven, mijn hart en zegen
en al daalt zelfs Zeus als goudenregen,
dansen de dryaden rond
linde en eikenbomen
doet niets anders mij bewegen
dan de dromen waarin we samen komen
jij met laurier getooid de lier van hermes
onder de paarse hemelgewelf bespeeld
mijn liefde vindt zijn fundering in jouw wezen
mijn oog laaft zich aan jouw blakende wetendheid
maar de pijlen van Eros hebben besloten
het lood heeft jou geraakt