gisteren rolden mijn oren
als dobbelstenen over
het toneel. nadat zij zagen,
gooiden zij géén hoge ogen
de stilte, voortgebracht
door de beklaagden,
zwol aan tot letterlijke
pijn zonder woorden
het was niet te beschrijven
dat de taal en het teken
van het huidig schrijven,
verwordt tot slechts het oreren
mijn oren wilden niet geloven
dat de klanken, gehoord
en in mijn slakkenhuis verbleven,
kropen als slecht geschreven!