normaal zou ik normaal vinden
dat ik normaal zou zijn, maar…
plots!
vreemd? plots was normaal
niet normaal. ik, de norm,
werd glad als een aal. plots,
kon men mij niet meer vangen
en het net niet meer grijpen.
wat is dan nog normaal? wat denkt
het niet normaal, als het normaal
voelt? waarom ben ik normaal,
als de anderen plots niet normaal
zijn? ik vocht tegen mijn normaal
als iemand plots niet normaal!
anderen dachten: ’die is niet normaal!’
en ik? niet normaal! ik liet mij plots niet
bekijken als een niet normaal. want als
ik én mijn normaal plots niet normaal denken
dan voelen wij het als normaal!
dus
vang mij maar, en doe eens normaal!