De Gallische jager.
_________________________
De zon schijnt over een landschap die ik aanbid.
Hier dwaal ik oplettend rond, alleen op jacht.
De natuur leefde toen hoe het hoorde.
Een huis is hier een boom, een hol of voor mij,
een hut.
Paddestoelen duiken overal op in verschillende kleuren.
Soms herken ik ze en neem ik er wat mee.
Een Ree verschijnt 20 meter verder van mij op.
Gedwee, laat ik mijn majestieke boog langzaam gespannen rijzen.
Ik richt met gecontroleerde ademhaling en laat ze los, los, los.
LOS door de Ree haar borst, een mooie treffer.
In alle haast eind ik het gevloerde dier uit haar leed.
Want ik bedankt respectvol wat de natuur mij te eten geeft.
Zo leefden wij vroeger zonder alle hedenndaagse miserie.
In een hut van een galisch of Germaans dorp.
1 met de natuur en onszelf.
Maar die tijden zijn jammerlijk al enkele eeuwen verwelkt.
_________________________
Anthony Willems