hoog rijzen glimmende bergen
het struikgewas fluistert vrede
zon warmt een jonge vreemdeling
de dichter kijkt tevreden toe
vrolijk fluit, zingt de jongen
soepel beweegt zijn lichaam
ver weg van alle veiligheid
gaat hij door het open veld
onrustig trekken wolken samen
het terrein wordt ruw en grauw
de dichter zoekt venijnig woorden
roept kwaadaardig machten op
zwaar gas dampt uit aarde op
gif schuurt en brandt zijn huid
scherpe hoge tonen snijden
diep in het jongenshoofd
wreed ziet de dichter hoe
de jongen krampt en schokt
het lichaam vorm verliest
en stil de dood ontvangt
Olaf Korder
http://www.literatuur.nu/~korder