Zoals de eeuwigheid zich kenmerkt
is er leefbaarheid in iedere seconde
ons het onvoorziene laten verwonderen
menseigenheid gedurende heeft ingekerfd
Al onze gevoelens, onze gebruiken
onze kwaadheden, onze tranen
onze sterren, waarden, knipogend genade
tot onze pijn, liefdes, het leven
hieruit zullen verlaten
Het geen zo goed, al zo slecht
al ontroostbaar, al zo koud
de keerzijde de munt, voor ieder benauwd
Het geen zo goed, al zo slecht
In ieder einde zullen we vrij zijn
en ieder zijn tegenstelling.., zal zien
niet voor hemel noch hel, maar menselijkheid
.., voordat ieder van ons vertrekt, gelijken te waarheid
dat wiens ziel ieders verlatende de aarde is bevrijd
– over de doden niets dan goeds-
"De mortuis nil nisi bene"
Dat wij onze meningen, oordelen hebben
blijft een vorming, maakt ons, maakt een persoon
een hart en ziel van de mens, zo anders zo verkennen
maar welk oordeel dan ook, gaande als stroom
hoe verdrietig, of verhard ook., kunnen aankomen
blijft de vinger, al lijkt het het juiste uit onze dromen
die wiens 'ons' niet verder ten tijde bracht, of heeft geholpen
ons geen brede kijk meer tot de mens halverwege heeft laten zien
op de planeet waar wij vooralsnog samen wonen
dromen, glinsteren, en doden
Iedere vinger wijzende, naar een mens gereikt
reikt zich de ongeziene zelf, door een spiegel
en de plaats die hij wijst daar hij, onszelf bereikt
onszelf de vinger naar het voorhoofd.., als ironie
symbolisch;
het voor 'de gek' of belachelijkheid
menselijk;
het voor de gedachtegang of duidelijkheid
en is het licht immers donker binnenstebuiten die kijkt
de balans hieruit, en de moeder van ons ieder zo al lijkt
de vitaliteit, vrede en de gehele menselijkheid
Doet uw ding, is het enige wat we altijd zullen blijven doen